Rondje Vlieland

We peddelen en zien voor ons niets dan water. Er staat een bescheiden briesje en we varen zuidwaarts van Vlieland af. Je vraagt je af of de kompaskoers van 220 graden wel precies klopt. Gaan we uitkomen bij de 2 kardinalen, die we ten zuiden moeten passeren? We kunnen hooguit nog wat markeringen tegenkomen van een stukje vervuilde grond midden op het wad. Iedereen speurt de horizon af, zonder precies te weten wat we moeten verwachten.

Gisteravond hebben we de tochtplanning gemaakt. Ons plan voor vandaag is van het dorp Oost Vlieland naar de noordpunt van Texel te varen. Over het wad en het wantij. We benutten de vloedstroom zuidwaarts via de westelijke slenk om bij het wantij te komen. Daar willen we ongeveer bij de kentering van Hoog Water aankomen en oversteken naar de volgende geul die ons met de ebstroom meevoert langs de oostkust van Texel. Het plan is te mikken op het Engelsche vaarwater en het Vogelzwin.

Af en toe vliegt een straaljager over. Vandaag schieten ze na een duikvlucht met hun boordkanon op de oefendoelen op de Vliehorst. Toch fijn dat onze instructeur voor deze 2020 NZKV Vlielandweek, Max van Uden, uiteindelijk contact kreeg met de commandotoren van de Vliehorst. We mogen inderdaad veilig onder de F16’s door blijven varen. Heel veel andere keuzes hadden we trouwens niet gehad toen we eenmaal zover het wad op waren gekajakt. De volgende dag, op de terugweg, zouden we op het strand een aimabele bebaarde Vlielander op een tractor spreken, die namens de luchtmacht wilde weten of we nu wel echt verder oostwaarts varen. We zijn dan net de Vliehorst gepasseerd en kunnen ze gerust stellen. Ongeveer een half uur daarna horen we de eerste F16 zijn boordkanon legen en weer terugklimmen naar grotere vlieghoogte. Van de Vlielander krijgen we alsnog de moeilijk te achterhalen nummers waarmee we voortaan de Vliehorst beter kunnen bereiken.

Maandag

Terug naar dag 1. We hebben de betonning naar Vlieland inmiddels al even achter ons gelaten. Al speurend ontwaren we uiteindelijk nieuwe betonning. Eindelijk een aanknopingspunt voor waar we zitten. Precies op koers en netjes op tijd. De overtocht duurt in totaal ruim 4 uur, zonder mogelijkheid om aan land te gaan. Daarmee vinken we een van de vereisten van ZVE af. Vier uur onafgebroken peddelen. Pauzeren in de kajak, navigeren, eten. En plassen …? Onze ervaring leert dat daar een aantal opties voor zijn. Goed je drinken timen en heel lang je plas ophouden. De geneugten van het wad benutten en boven een ondiepte staand in het water plassen. Alleen even uitkijken dat je droogpak dan niet volloopt… En de laatste optie is een klein vlotje maken en hangend tussen 2 kajaks boven het water plassen. Als iedereen voor zich uit blijft kijken is dat buitengewoon praktisch en discreet. Desgevraagd kunnen Laura en Adrian een workshop aanbieden 😊.

Het is nog een heel stuk varen, maar het geeft toch een gevoel van thuiskomen als we de betonning van het Vogelzwin kunnen oppikken. Vanaf dan weten we dat we met de ebstroom mee naar de noordpunt van Texel kunnen varen. Daar gaan we een nachtje kamperen.

Aangekomen

Als we de tenten hebben opgezet evalueren we onze tocht en plannen we de terugweg. Bovenaan de zeekaart staat in het Engelschmangat een extra waarschuwing: “alleen te bevaren met kennis van dit gebied”. Oké, die kennis hebben we nog niet, maar gaan we dus opdoen! De stroming in dit gebied is erg sterk. Er staan op het strand ook borden met verboden te zwemmen. We willen heel graag via de Noordzeekant van Vlieland terug, maar dat stelt zo zijn eisen. Het liefst benutten we de vloedstroom voor de hele lengte van Vlieland. Maar we hebben ebstroom of de kentering nodig om het Engelschmangat uit te komen. De stroming is loopt op tot 3 knopen. Dan komen we tot de ontdekking dat laagwater morgenochtend om 7:45uur is! Dus 7:30 in de boot. In het donker onze tenten inpakken en nog een stuk met de kano’s lopen om op tijd in de boot te zitten. Terugrekenend komen we op 5:30 uur opstaan. Oef!

Zodra we dat plan vastgesteld hebben gaan we lekker eten bij een strandtent. Daar vertelt Max dat de kampeertrektocht ook een oude traditie is. Dus onze trektocht is ook een nagedachtenis aan Sien: een instructeur die elke Vlielandweek altijd een trektocht organiseerde. Ze is enkele jaren geleden overleden aan kanker. Mooi om deze traditie in ere te houden.

Dinsdag

Als we de volgende ochtend in alle vroegte aan onze toch beginnen is het mistig en stil. Het water trekt al een klein beetje naar binnen als we op de Noordzee aankoersen. De mist is dicht, maar van de kustwacht krijgen we groen licht om te varen, als we GPS bij ons hebben. Spannend ook. Zullen we de boeien vinden. We varen breed, naast elkaar, zodat we de meeste kans hebben om de boeien te vinden. Dat lukt heel goed.

De opkomende zon zet de mist om in de meest bijzondere kleuren. Alle gedoe van slecht slapen, een zeiknatte tent inpakken en in het donker ontbijten valt weg bij dit magische moment. Wat een pracht. We zijn er stil van. We schieten snel een paar foto’s. Maar eigenlijk is er geen tijd voor. De vloedstroom komt al op gang en wij moeten nog een uur peddelen om de zuidpunt van Vlieland te ronden. We volgen de kustlijn, gaan het hoekje om en daarna kunnen we met de vloedstroom de hele lengte van het eiland terug varen. Heel veel tijd om in een cadans te komen, oefenen met techniek en water lezen: waar zit de meeste stroming?

We verliezen tijdens een drijfpauze een luik, dat bleek niet vast te zitten met een touwtje. Het verdwijnt in een ogenblik in het water, onvindbaar. Er volgt een noodreparatie met Duck tape, elastiek en een plastic zak. Die constructie blijkt ook de komende dagen voldoende: zelfs in de branding.

De straaljagers vliegen over, maar wachten gelukkig met schieten tot wij de Vliehorst gepasseerd zijn. We krijgen bijna een zonnesteek door de brandende zon. Gelukkig net op tijd pauze: genieten van koffie met gebak in een strandtent. Het puntje van Vlieland weer om en we varen de haven weer binnen. Rondje Vlieland: check!

Laura van Keijsteren en Adrian Los